Trainersbijeenkomsten seizoen ‘22/’23

Een (beknopte) samenvatting

In seizoen ‘22/’23 zijn er door de trainer van D1, Mark Hakhof, 4 trainersbijeenkomsten georganiseerd. Tijdens de bijeenkomsten stond vooral de onderlinge interactie centraal, werden er veel casussen besproken, maar waren er ook enkele overkoepelende thema’s die specifiek aandacht hebben gekregen. Deze thema’s staan hieronder kort toegelicht en gaan onder meer over: trainen in thema, effectieve balcontacten, intrinsieke motivatie en positief coachen.

05/11/23 – Belangrijkste vaardigheden voor een trainer

Een trainer doet (veel) meer dan alleen maar training geven

In dialoog met elkaar hebben we het gehad over dé vaardigheden die een trainer zou moeten bezitten, waar een trainer mee bezig zou moeten zijn. Daaruit zijn als 5 belangrijkste punten gekomen:

  1. Bieden van uitdaging en motiveren van spelers
  2. Begeleiden van groepsdynamiek en daarin teamcohesie creëren
  3. Structuur brengen in het seizoen en duidelijk communiceren
  4. Tijd nemen om te leren (ook als trainer)
  5. Een veilig (sport)klimaat neerzetten

Trainen in thema

Een training is effectiever als je in ’thema’ traint

Om te werken aan (onder andere) punt 1, 3 en 4 van de vaardigheden, is de stelling geopperd: we trainen (voortaan) in thema. In thema trainen houdt in dat je op elke training en/of in elke oefening een thema kiest. Dat kan zijn ‘bovenhands spelen’ of ‘serveren’, maar ook ‘terugkomen als je achterstaat’, of ‘tipballen binnen de 3 meter’. Hoe meer jij als trainer bedreven bent en hoe verder je groep is, hoe specifieker je een thema kan maken.

Belangrijkste winst die je hiermee boekt: focus. Spelers kunnen maar een beperkte hoeveelheid informatie verwerken op een training. Hoe meer focus jij aanbrengt, hoe beter het blijft hangen bij je spelers. En het bijkomende voordeel is dat je ook je eigen leven een stuk makkelijker maakt, want ook jij kunt je dan focussen op aanwijzingen op één thema, in plaats van alles tegelijk proberen te zien.

Nog één concrete tip. Een hele training spenderen aan een thema betekent niet dat je de rest niet meer doet! Zo kan een training gericht op bovenhands serveren heel technisch en klein beginnen, maar prima eindigen in een potje waarbij je bijvoorbeeld een extra punt met een goed uitgevoerde service kunt verdienen!

17/12/23 – Effectieve balcontacten

Het aantal en het type balcontacten heeft sterke invloed op het succes van je training

Veel ballen raken in een training. Dat vindt iedereen belangrijk en leuk toch? Hoe minder rijtjes, hoe meer ballen, is vaak al een goede graadmeter van hoe goed een training is. Maar uiteraard is er veel meer dan dat. We hebben het gehad over 4 elementen die invloed hebben op hoe ‘effectief’ een balcontact is (in andere woorden, hoeveel nut het balcontact heeft gehad):

  1. Het feitelijke aantal balaanrakingen in een training, waarbij meer (meestal) gelijk staat aan beter. Blijf kritisch op jezelf. Als je 6 tegen 6 speelt, kan het wel 4 tot 5 rally’s duren voordat iemand überhaupt een bal aanraakt! Kun je misschien 3 tegen 3 spelen? Dat verdubbelt je balaanrakingen al! Of geen volledig potje spelen, maar opknippen naar alleen servicepass, spelverdeling en aanval – en daarna direct een nieuwe service? Dat vervijfvoudigt je aantal balaanrakingen misschien zelfs!
  2. Het aantal thematische balaanrakingen op rij. Als je op het thema ‘servicepass’ traint, dan geef je waarschijnlijk feedback aan degene die aan het passen zijn. Als passer is het dan fijn dat je na de feedback het heel snel nóg een keer kan proberen – want dan kun je meteen aan de slag met de feedback. Doordraaien is goed voor dynamiek in een oefening, maar probeer altijd de spelers die specifiek met het thema bezig zijn, wat langer hetzelfde te laten doen!
  3. De tijd die iemand heeft voor de thematische balaanraking. Kan de persoon nog even nadenken? De feedback verwerken? We neigen wel eens naar heel snel ballen aangooien om het tempo te verhogen. Dat kan (afhankelijk van je thema) heel effectief zijn, maar let wel op dat er mogelijkheden zijn tot reflecteren en leren!
  4. De succesbeleving van elke balaanraking. Leer je iets nieuws? Gaat dat vaak fout? Dat kan voor veel spelers zorgen voor een gevoel van ‘Ik kan het toch niet’, ‘Ik heb er geen zin meer in’ of ‘Het ging echt slecht vandaag’. Zonde, want fouten maken hoort natuurlijk bij het leerproces! Probeer daarom de succesbeleving hoog (genoeg) te houden. Train je bijvoorbeeld een set-up die in de korf moet? Begin dan door een dun matje op de korf te leggen. Daardoor heb je nog steeds een mikpunt, maar wel een stuk groter dan die piepkleine korf!

28/1/23 – Excentrieke versus intrinsieke motivatie

Intrinsieke motivatie zorgt voor échte beweging

De basisbehoefte van mensen, en daarmee ook van de spelers in jouw team, bestaan uit autonomie (zelf keuzes kunnen maken), competentie (het kunnen) en verbondenheid (de relatie met elkaar). Als we dat positief willen beïnvloeden op een training, moeten we zorgen dat we spelers intrinsiek motiveren in plaats van excentriek.

  • Excentrieke motivatie: soms nodig, gaat vooral over ‘moeten’, traditioneel, focus op ‘het perfecte plaatje’. Kan goed werken bij het in stukjes knippen van een grote techniek of bij teamafspraken die gemaakt zijn. Een straf is hier het meest duidelijke voorbeeld van.
  • Intrinsieke motivatie: meest waardevol, gaat over ‘willen’ (het nut of waarde zien, interesse hebben). Begint vaak met meer open vragen stellen, elkaar leren feedback geven, het nut zien van oefeningen, en door als trainer niet één juiste vorm te suggereren maar verschillende opties te geven. Uitleggen waarom je een oefening doet, en waarom jij erin gelooft dat jouw spelers daar wat aan hebben/hoe dat ze beter maakt.

*Afbeelding IMK opleidingen

18/3/23 – Positief coachen

Positief coachen is de basis van goed trainerschap

Járen geleden is er een boekje uitgegeven door de gezamenlijke Nederlandse sportbonden: ‘4 inzichten trainerschap’. Daarin werd al benoemd dat positief coachen een cruciale succesfactor is in de sportbeleving van spelers. Met elkaar hebben we het gehad over hoe positief coachen eruitziet, waar onder andere 3 concrete tips uit zijn gekomen:

  1. Focus op groei van spelers, in plaats van op huidige resultaat (dus niet ‘die aanval was niet goed’ maar ‘de volgende bal mag je wat hoger pakken’)
  2. Benoemen van wat wél, in plaats van wat niet (dus niet ‘je mag niet op de libero serveren’ maar ‘serveer op de passer/loper’)
  3. Goed besef van het gebruik van taal (bijvoorbeeld ook ‘we gaan dan X doen’ versus ‘we gaan proberen om X te doen’ – want uit dat laatste blijkt eigenlijk al dat je het niet haalbaar vindt)

Wil jij deze (en vooral ook andere) onderwerpen volgend jaar ‘live’ meemaken? Houdt dan zeker de communicatiekanalen van de vereniging in de gaten, neem contact op met je TC voor opleiding- en begeleidingsmogelijkheden, of zoek direct Mark op in de hal!